Een held en een zilveren tabaksdoos
Waar in een museale tentoonstelling vaak ook objecten te vinden zijn, is dat bij de expositie 1825, de vergeten ramp niet het geval. De vitrines zijn gevuld met archiefstukken uit de collectie van het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe. Toch is er één object in de vitrine te zien, en dat is er één met een heel bijzonder verhaal.
Glimmend staart het kleine doosje ons aan. Het is een zilveren tabaksdoos, in 1824 vervaardigd door Gerard Stekelenburg te Schoonhoven. De buitenkant doet denken aan typisch negentiende-eeuwse decoraties. Maar aan de binnenkant van de tabaksdoos verschuilt zich een bijzondere boodschap.
Wat heeft dit object nu te maken met de watersnood van februari 1825? Daarvoor gaan we terug naar de nacht van 4 op 5 februari 1825.
Reddingsacties
Op de wallen van Elburg stonden vissers te kijken naar de omgeving. Het water van de Zuiderzee steeg gigantisch binnen korte tijd. Volgens sommige ooggetuigenverslagen met wel dertig centimeter per uur.
De schout van Doornspijk, Henricus Boonzaaijer van Jeveren, die op het moment van de storm in Elburg woonde, zag na zijn bezoek aan de haven van Elburg direct dat het helemaal mis zou gaan in zijn gemeente. Hij snelde naar de vissers die op de wallen bijeen schuilden en probeerde hen over te halen om hun schuiten over de dijk te brengen en het getroffen gebied in te varen.
De vissers gingen echter niet in één nacht over het ijs. Ze vreesden voor schade aan hun schepen. De schout praatte en praatte, maar het mocht niet baten. Totdat één van de vissers, Lubbert van de Berg, naar voren stapte en beloofde dat hij eropuit zou gaan. Nu volgden ook de andere vissers. Met vereende krachten tilden ze hun schepen naar het binnenlandse gebied, dat inmiddels al ondergelopen was.

In de verte seinden mensen vanaf de daken van hun huizen richting Elburg om hulp. Vanuit de Vrijheid, Oosterwolde en Doornspijk werd geseind. De vissers voeren alle kanten op: naar de Nieuwstad, De Vrijheid, Oosterwolde en De Wijk (tussen De Vrijheid en landgoed Morren).
Menso Bokhorst nam ook deel aan de reddingsacties. Hij voer, samen met de eerdergenoemde Lubbert en zes anderen, richting Oosterwolde.
Uiteindelijk redden de vissers 200 tot 300 mensen van de daken. Mensen die anders waren omgekomen in het koude water of door het gebrek aan voedsel en schoon drinkwater.
Gulle gift
De heldendaden van de vissers werden ook vermeld in de landelijke kranten. Daar las een inwoner van ’s Gravehage het artikel en herkende een van de namen van de vissers: Menso Bokhorst. Deze persoon liet een bijzondere tabaksdoos graveren, die – jawel – in de tentoonstelling te zien is. De transcriptie luidde: “Belooning voor Moed in den Watersnood. ’s Hage 26 feb 1825.”
Wat de precieze relatie is geweest tussen de gulle gever en Menso Bokhorst blijft een raadsel. In april 1825 verscheen in de Arnhemsche Courant een artikel over de gift van de tabaksdoos aan Bokhorst, waarin het volgende werd vermeld: “den naam van M. Bokhorst vindende, die aan den edelen gever meer bekend is dan de overige mede uitmuntende redders”.
In het najaar van 1825 werden de 32 vissers op initiatief van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen beloond in de Grote Kerk te Elburg. Elk kreeg een mooie beloning voor zijn heldendaden.
Met eigen ogen zien
De tabaksdoos is een unieke bruikleen uit een privécollectie en is enkel te zien tijdens de tentoonstelling 1825, de vergeten ramp van het Noord-Veluws Archief. Klik hier om te zien wanneer en waar de tentoonstelling te zien is.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door:
Een nieuwe naam voor de archieven van de noordelijke Veluwe
Het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe en het Streekarchief Epe, Hattem en Heerde gaan in 2025 samen onder een nieuwe naam en een nieuw logo dat voor het project 1825, de vergeten ramp voor het eerst wordt gebruikt, het NoordVeluws Archief (NoVA). Door de samenvoeging wordt het makkelijker om de rijke geschiedenis van de Noord-Veluwe te ontdekken. Meer informatie is te vinden op www.noordveluwsarchief.nl.